Ik ga niet naar bed…
“Ik zou wel wat tips willen over hoe kinderen gemakkelijker in slaap vallen en gemakkelijker naar bed willen.” Aldus de jonge moeder waar ik mee aan het chatten was.
En net zoals bij het wel of niet vaccineren geldt ook hier: die heb ik niet. 😉
Maar óók hier geldt: ik heb natuurlijk wel een boel vragen die ik je wil stellen. Waar ik je uitnodig om over na te denken. Want kant en klare oplossingen voor lastige dingen in het leven zijn er niet. Voor niemand. Ook niet voor mij.
Vanaf dat Jip heel klein was, was ze vaak tot heel laat in de avond wakker. Jip sliep, net als Noor en Tijn later, vanaf dag 1 bij ons op de kamer. Voor haar hadden we nog wel een prachtig kamertje gemaakt, voor de andere 2 hebben we dat meteen achterwege gelaten. 😊 Het voelde voor mij niet goed om zo’n klein mensje, net op aarde geland, ergens alleen neer te leggen. Dat leek me raar.
In het begin sliep ze op het aankleedkussen tussen ons in. Onder een eigen dekentje. Zo lag ze wat hoger dan wij en was ik niet bang dat we op haar gingen liggen. Daarna heeft ze eventjes in de familiewieg van Erik gelegen. Maar dat was meer voor het plezier van mijn schoonmoeder, dan dat ik het handig vond. Toen ze wat ouder werd, legden we haar in mijn oude ledikantje. Die ik natuurlijk leuk gemaakt had. Ze lag aan ons voeteneinde. Nog steeds op onze kamer dus. Dat ging wisselend goed.
Maar voor wat ik me nog herinner van die tijd: ik was moe. Ik ging volgens mij best vaak vroeg naar bed. Ik vond het heftig, zo’n kleintje om voor te zorgen. Soms sliep ze snel, soms niet. Soms pakten we haar weer tussen ons in zodat ze ons voelde en sneller verder sliep. Soms werkte dat. Soms niet. 😊
Omdat ik Jip (en Noor en Tijn ook)1,5 jaar zelf heb gevoed, vond ik het eigenlijk helemaal niet handig, zo’n bedje. Dan moest ik haar er steeds weer uithalen. Werden we allebei weer wakker. Gedoe. We hadden inmiddels ook een rekje gekocht voor aan de rand van ons bed. Zodat je er niet uit kon vallen. Dus dan nam ik haar maar weer bij me in bed. Een van de dingen die ik altijd riep en soms nog roep: “het maakt me niet uit wie er waar slaapt, áls we maar slapen”
Soms ging Erik naar het logeerbed. Die hadden we gelukkig. Soms ik. Maar als er gevoed moest worden, was ik uiteindelijk tóch weer de sjaak….😉 Zoals te zien is op de foto’s….kinderen slapen als ze moe zijn. En dat is lang niet altijd het moment dat ons het beste uitkomt. Helaas.
Want zoals in de bakfiets, dat ziet er leuk uit, maar soms sliepen ze zó vast (moest nl een half uur fietsen naar/van school), dat ik ze thuis niet wakker kreeg. Dan legde ik ze over op de bank. Dan waren ze een paar uur later klaarwakker. En wanneer ik dan wel es kon bedenken dat het ’s avonds bedtijd was, waren zij nog lang niet moe. Nee, logisch.
Ik heb mezelf eigenlijk aangeleerd om mijn dingen te doen als mijn kinderen sliepen. Want als zij sliepen en ik was moe, deed ik gewoon ook een dutje. Of ik ging lezen. Of opruimen. Of niks. Want ik merkte dat het me zó kon frustreren als ik wilde dat ze naar bed gingen en ze waren nog niet moe. Ging het tandenpoetsen niet vanzelf. Kwamen ze steeds weer naar beneden. Hoorden ze geluid. Zagen ze een enge schaduw. Hoorden ze andere kinderen buiten. En nog een heleboel andere dingen.
Want steeds hetzelfde “gevecht”, dat levert uiteindelijk alleen maar verliezers op. Jij raakt geïrriteerd en gaat je stem verheffen. Zij gaan huilen of worden ook boos. En dan zijn ze nog wakkerder dan daarvoor. 😬 Ben je dus weer terug bij af.
Wat ik heb geleerd: ieder mens heeft een eigen ritme. Dat weet je wel met je hoofd, maar met je eigen kinderen in je eigen leven is dat meestal toch een ander gevoel. Daar heb je een idee over. Een verwachting bij. Maar daar hebben onze kinderen geen weet van. Geen boodschap aan ook.
En eerlijk is eerlijk, als je dan meegaat naar de slaapkamer, dan zie je het zelf ook. Dat rare beest in de schaduw van de deur, als die op een kier staat van 36 graden. Of verder. Je hoort ineens de buren van 3 huizen verderop aan het zagen. Dat zijn allemaal dingen die wij óf niet eens meer horen óf ons niet verontrusten. Maar dat ligt toch echt anders bij onze kinderen.
En steeds weer, als ik me écht in mijn kind verdiepte. Er met haar/hem over praatte wat er gebeurde. Samen kijken waar iets vandaan kwam. Welk geluid het precies was dat ze hoorden. Dan kwamen we steeds weer een stapje verder.
Zo wilde Tijn hier in dit “nieuwe” huis een tijdje ook niet alleen boven zijn. Niet naar bed. En toen ik uiteindelijk de rust in mezelf had gevonden om er nu serieus naar te gaan kijken/luisteren, kwam er naar boven dat hij steeds een man met een gasmasker en geweer zag in zijn kamer.
In deze huizen hebben vroeger, net na de oorlog, mensen gewoond die in Nederland-Indië zaten tijdens de oorlog. Freaking eng natuurlijk voor een kind. En niet alleen voor een kind! 😳 We weten natuurlijk niet hoe en wat, maar ik ben in alle rust met hem op zijn kamer gaan zitten en ben in gesprek gegaan met deze man. Ik vertelde hem dat hij Tijn bang maakte. Met zijn masker en zijn geweer. Ik vertelde dat wij nu in dit huis wonen en dat het nu Tijn zijn slaapkamer is. En dat het fijner voor Tijn zou zijn dat hij weg zou gaan. Terug naar het licht. En dat gebeurde. Ik heb hem er nooit meer over gehoord.
Later vertelde hij wel nog, dat het ook zo kon zijn misschien, dat deze man hem wilde beschermen met zijn geweer. Dat vond ik wel mooi en ook bij hem gaf het een rust en bepaald vertrouwen dat het misschien niet meer zo eng was als dat hij dacht destijds.
Dus vóórdat je je kind steeds weer weg stuurt, vraag wat er nu écht is. Benoem ook gewoon dat je het vervelend vindt wat er steeds gebeurt. Je kunt zeggen dat je graag in de avond je hoofd leeg maakt van de hele dag. Misschien herkent je kind het wel. Je kunt voelen of het oké voelt om even bij je kind te gaan liggen. Je kunt vragen of hij/zij liever samen met broertje of zusje slaapt. In dezelfde kamer. Niet persé op dezelfde tijd. Je kunt uitleggen dat je nog iets moet doen voor je werk en dat je op een bepaalde tijd weer komt kijken. (als je kind daar oud genoeg voor is)
Houd je dan ook aan die afspraak! Ook als je vriendin/vriend/moeder…. net belt. Zeg dat je een afspraak met je kind hebt die je na wilt komen. Neem je kind serieus. Vertrouw erop dat hij/zij geen loopje met je neemt. Niet wezenlijk!
En ook als je het gevoel hebt dat dat wél gebeurt, benoem dat! De meeste kinderen zijn vaak eerlijk genoeg om dat toe te geven. Word dan niet boos, maar waardeer juist de eerlijkheid van je kind. En blijf je realiseren: dat jij er last van hebt, is jouw probleem. Niet dat van je kind! Dat klinkt hard. Maar het is zeker waar.
Noor vroeg zich regelmatig af, wanneer ik in de avond alleen was, of ik dan niet bang was. Of alleen. Of verdrietig. Zij wilde er graag voor mij zijn. Zó lief natuurlijk. Maar niet nodig. Ook niet haar taak. Steeds weer liet ik haar weten dat ik het goed had, alleen. Dat ik het heel lief vond, maar dat ik voor haar zorgde en dat zij niet voor mij hoefde te zorgen. Dat ik dat zelf kon, en wanneer ik dat even niet kon, dat papa er dan voor mij was. Na een tijdje was het over.
Hoewel ze het me nu nog wel es vraagt…..heel soms.🙂
Voel es wat er nu echt met je gebeurt op het moment dat je kind steeds niet naar bed wil. Is er op school iets gebeurd? Is het konijn van het vriendje dood? Zei de juf iets raars? Wat zegt je kind? Hoe gedraagt hij/zij zich? Klopt dat met jouw gevoel? Blijf, waar mogelijk, in gesprek. Observeer je kind. Gedraagt het zich anders? Zie je verandering in gedrag? Is er iets in jullie omgeving gebeurd? Ben jij anders dan anders? Voel es eerlijk of dat zo is. Wees eerlijk naar je kind, maar ook naar jezelf!
En uiteindelijk, als je alles hebt geprobeerd en je voelt dat het een spel aan het worden is. Dan beslis jij dat het nú klaar is. Ga maar lezen. Plaatjes kijken. Zachtjes liedjes zingen. Maar dan neem jij de regie weer over. En wie weet, is dat precies wat je kind nodig heeft. Een ouder die de regie neemt!